Bij transgender personen komt (de gedachte aan) zelfmoord vaker voor dan bij niet-transgender personen. Een zelfmoord(poging) is echter nooit toe te schrijven aan één oorzaak. Dat zelfmoord bij transgender personen vaker voorkomt, is dus nooit enkel te verklaren door hun transgender identiteit.
Sommige personen zijn kwetsbaarder voor het ontwikkelen van donkere gedachten, bijvoorbeeld door genetische factoren, een psychiatrische aandoening, of een familiegeschiedenis van zelfmoordgedachten. Jongeren lopen daarnaast ook een hoger risico op zelfmoord in vergelijking met volwassenen. Uit hersenonderzoek bij jongeren blijkt immers dat ze minder goed vervelende ervaringen of gedachten kunnen relativeren. Zo is uitgesloten worden door anderen of het gevoel ‘er niet bij horen’ voor een jongere vaak een erg heftige ervaring. Deze kwetsbaarheidsfactoren zorgen ervoor dat sommige personen met een vollere emmer starten dan andere personen.
In dit filmpje legt professor Gwendolyn Portzky van het Vlaams Expertisecentrum voor Suïcidepreventie (VLESP) uit wat iemand tot zelfmoord drijft:
Je kan meer lezen over de oorzaken van zelfdoding en het suïcidaal proces op de website van het VLESP
Daarnaast zijn er een hoop stressfactoren die iemands emmer verder vol kunnen doen lopen. Er zijn verschillende stressfactoren die voor transgender personen de emmer verder kunnen vullen: men noemt deze ‘minderheidsstress’. Deze minderheidstress komt voornamelijk voort uit het gevoel dat men ‘anders’ is. Transgender personen hebben minder positieve rolmodellen en -toekomstperspectieven om angsten, stress en onzekerheden te relativeren. Dit gevoel kan ontstaan wanneer de jongere niet meteen gelijkgestemden vindt, een vervelende opmerking krijgt of gewaar wordt dat de samenleving zich vooral richt op cisgender (niet-transgender) personen. Jongeren die sterk op zoek zijn naar hun eigen identiteit hebben het daarom niet altijd gemakkelijk. Dit alles kan leiden tot een laag zelfbeeld en/of depressieve gedachten. Voor, tijdens en na een eventuele transitie zijn er daarnaast bijkomende stressfactoren die het voor transgender personen moeilijker kunnen maken, zoals bijvoorbeeld de omgeving op de hoogte brengen dat men transgender is, moeten aanvaarden dat men niet geboren is in het gewenste lichaam, mogelijke complicaties van operaties, … De zelfmoordgedachten zijn niet per definitie gerelateerd aan de transgender gevoelens, maar deze zorgen wel voor een extra stressfactor die transgender jongeren specifiek kwetsbaar maakt.
Tenslotte zijn er ook nog drempelfactoren, die de emmer kunnen doen overlopen en de persoon kunnen doen overgaan van zelfmoordgedachten naar een zelfmoordpoging. Er zijn daarentegen ook drempelverlagende of beschermende factoren die net kunnen voorkomen dat iemand die aan zelfmoord denkt een poging doet, zoals steun van familie en vrienden.
Op de website ‘help! Mijn kind denkt aan zelfmoord‘ kan je meer lezen over hoe zelfmoordgedachten bij jongeren ontstaan.
Vragen
Onderstaande vragen hebben betrekking op je kind en suïcidegedachten. Deze informatie is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek en kennis uit de zorgpraktijk, en werd ontwikkeld in samenwerking met vzw Berdache, oudervereniging voor ouders met een gendervariant kind, en het Vlaams Expertisecentrum Suïcidepreventie (VLESP). Aangezien elk kind en elke situatie verschillend is, bestaan er geen pasklare antwoorden op alle vragen. Wel kunnen onderstaande antwoorden een gids zijn voor ouders die hun kind willen ondersteunen.
Heb je een vraag waar je het antwoord niet op terugvindt? Neem gerust contact op met het Transgender Infopunt. We vullen deze website regelmatig aan met nieuwe vragen van ouders.
Hulpverlening
Ouders vragen zich soms af wanneer het noodzakelijk is dat er een hulpverlener wordt ingeschakeld. Welke signalen wijzen erop dat je kind aan zelfdoding denkt en hulp nodig heeft? Er zijn geen eenduidige of specifieke signalen voor zelfdoding. Bovendien hebben de signalen die jongeren kunnen vertonen veel gemeen met de signalen voor een depressie. De signalen kunnen soms heel duidelijk zijn, terwijl andere net iets minder direct zijn. Een poging tot zelfdoding valt ook niet te voorspellen, maar je kan wel waakzaam zijn wanneer je één van de volgende dingen opmerkt bij je kind :
- Signalen van depressie
- Het zeggen: ‘ik wil er niet meer zijn’, ‘ik zie het niet meer zitten’, ‘ik wil dood’. Soms zijn deze minder duidelijk, zoals ‘ik zal er voor zorgen dat ik niemand meer tot last ben’
- Ervaren van hopeloosheid (‘het zal toch nooit beter worden’)
- Veel met de dood bezig zijn
- Afscheid nemen, dingen weggeven
- Alcohol- en drugsmisbruik
- Verminderde eetlust
- Zoeken naar middelen
- Zelfverwonding
Wanneer je deze signalen opmerkt of deze gedurende langere tijd aanwezig zijn, is het noodzakelijk om de stap naar professionele hulpverlening te zetten. Je kan steeds terecht bij je huisarts, die je kan doorverwijzen naar geschikte hulpverlening. Je kan ook rechtstreeks een afspraak maken bij een psycholoog, psychiater of therapeut.
Bij een acute levensbedreigende situatie bel je best onmiddellijk de hulpdiensten op het nummer 112. Wanneer je dit nummer belt kom je terecht bij alle hulpdiensten, namelijk de politie, de ambulance en de brandweer
Bij een crisis
Wanneer is er sprake van een crisis?
- Is er een concreet plan?
- Beschikt de persoon over middelen om zelfmoord te plegen?
- Is er sprake van eerdere zelfmoordpogingen?
- Is de persoon alleen, heeft die zich opgesloten?
Als je ‘ja’ kan antwoorden op één of meer van bovenstaande vragen onderneem je best maatregelen. Je kan bij de volgende hulpverleningskanalen terecht, afhankelijk van de situatie:
- Je kan terecht bij je huisarts of de huisarts van wacht op dat moment. Deze kan je doorsturen naar geschikte hulpverlening of een mobiel crisisteam inschakelen. In Vlaanderen zijn er 11 mobiele crisisteams die uitrukken bij psychische kortsluitingen. Dit is een team van psychologen, psychiaters en verpleegkundigen die aan huis komen wanneer er acute crisis is en volgen de situatie mee op. Ze helpen ook om de tijd tot een vaste opname te overbruggen. Op de website van geestelijkgezondvlaanderen lees je hoe mobiele crisisteams te werk gaan.
- Wanneer het kind een gevaar is voor zichzelf of de omgeving en de thuisomgeving niet meer veilig is, kan de huisarts je ook doorsturen naar een psychiatrisch ziekenhuis waar je kind tijdelijk terecht kan.
- De crisishulp van het CAW kan samen met jou zoeken naar een oplossing in een crisissituatie.
- Is er sprake van een overdosis medicatie of alcohol? Neem dan contact op met het Antigifcentrum op het gratis nummer 070 245 245. Zij zijn 24 uur op 24 uur beschikbaar. Mocht je geconfronteerd worden met een wachttijd, bel je best het nummer 02 264 96 30 of contacteer je je huisarts. Bij een acute levensbedreigende situatie bel je steeds naar het noodnummer 112.
Waar kan je terecht?
Help! Mijn kind denkt aan zelfmoord
Wat? een website met informatie en tips voor ouders met een kind dat aan zelfmoord denkt
Hoe? Online via www.ouders.zelfmoord1813.be
Wat verwachten? Je vindt op de website getuigenissen van ouders die een kind hebben dat aan zelfmoord denkt, aangevuld met inzichten en concrete tips van experts.
Zelfmoord1813
Wat? Ondersteuning en informatie rond zelfmoordgedachten.
Hoe? Bellen, chatten en mailen. Er is ook een forum.
Wat verwachten? Bij de zelfmoordlijn kan je gratis en anoniem terecht als je aan zelfmoord denkt. Wanneer je belt naar de zelfmoordlijn kan het even duren voordat er verbinding wordt gemaakt. Het kan dat je even moet wachten totdat je wordt doorverbonden. Wanneer de lijn bezet is, kan je ervoor kiezen om doorverbonden te worden met Tele-Onthaal. E-mails worden binnen 5 dagen beantwoord, en chatten kan elke avond. Je kan ook je verhaal delen met anderen en ervaringen delen of anderen ondersteunen op het forum.
Contact
- T 1813 (24u/24u, 7/7)
- E-mail via deze tool
- Chat (elke avond 18u30 – 22u)
- Forum: www.zelfmoord1813.be
Centrum Geestelijke Gezondheidszorg (CGG)
Wat? CGG’s begeleiden personen met ernstige psychische of psychiatrische problemen die worden doorgestuurd door de huisarts of het CLB.
Waar? Overal in Vlaanderen. Vind een CGG in jouw buurt op deze kaart.
Wat verwachten? Kinderen, jongeren en volwassenen kunnen terecht bij een CGG voor een consult op afspraak. Verschillende specialisten zoeken samen met jou het beste antwoord op je hulpvraag.
Contact
- Afspraak na doorverwijzing door huisarts of CLB
- www.geestelijkgezondvlaanderen.be
Centrum Algemeen Welzijnswerk (CAW)
Wat? het CAW is er voor iedereen met vragen en problemen rond algemeen welzijn.
Waar? overal in Vlaanderen. Vind een CAW in jouw buurt op deze kaart.
Wat verwachten? Je kan hier gratis en anoniem je verhaal vertellen en advies of hulp vragen. Je kan langs gaan bij een CAW in jouw buurt tijdens de openingsuren, maar je kan ook bellen, mailen of chatten. Sinds 2019 is CAW Oost-Vlaanderen het referentie-CAW voor transgender personen in samenwerking met het Transgender Infopunt.
Openingsuren: maa-vrij tussen 9u en 17u
Contact
- T 0800 13 500
- Chat (maa-vrij tussen 13u en 17u)
- e-mail via dit formulier
- www.caw.be