Je kind ondersteunen bij de zoektocht naar zichzelf of tijdens een transitie is voor veel ouders niet evident. Dit kan immers met ingrijpende veranderingen gepaard gaan, die niet enkel invloed hebben op je kind, maar ook op jezelf, je partnerrelatie en je gezin. Je kind heeft nood aan begrip en hulp. En ook jij als ouder wil juiste informatie, een luisterend oor en de weg naar hulpverlening vinden. Jezelf informeren over het transgenderthema is een eerste stap: je kan hiervoor onder andere terecht op de website van het Transgender Infopunt.

Wanneer je kind genderzoekend of transgender blijkt te zijn, is het belangrijk om als ouder de nodige ondersteuning te bieden. Uit onderzoek blijkt dat steun van ouders geassocieerd wordt met minder depressieve symptomen, minder donkere gedachten en een grotere levenstevredenheid bij transgender jongeren. Ook als je kind kiest voor een transitie, is het belangrijk om je kind hierin te ondersteunen.

Veel ouders vragen zich echter af hoe je kan omgaan met het genderzoekend gedrag van je kind, en hoe je je kind hierin kan ondersteunen. Een eenvoudige handleiding met opvoedingstips bestaat er helaas niet. Ieder kind is anders. Ieder kind beleeft en uit de genderidentiteit op een eigen manier en tempo. De ene weet goed wat die wil, de andere heeft dan weer wat meer tijd nodig om uit te zoeken wat er precies allemaal gaande is.

Robin, Senne, Janne, Tina en Patrick geven tips aan ouders met een holebi- of transgender (LGBT+) kind.

In het filmpje komen holebi- en transgender personen aan bod. Voor niet-transgender specifieke informatie kan je terecht op www.lumi.be.

! Dit onderdeel heeft grotendeels betrekking op kinderen en jongeren die eronder lijden dat hun geboortegeslacht en genderidentiteit niet (volledig) overeen komen – of dit nu later uitdooft of niet. Een kind dat lijdt heeft nood aan ondersteuning. Een kind dat buiten de genderhokjes kleurt, maar hier geen last van ondervindt heeft niet noodzakelijk ondersteuning nodig. We pleiten dan ook voor een aanpak van genderbewust opvoeden, waarbij je als ouder kijkt naar de interesses van je kind, los van de verwachtingen van de maatschappij.

Lees meer over genderbewust opvoeden op www.groeimee.be, de website van EXPOO en Kind en Gezin.

Vragen

Onderstaande vragen en antwoorden kunnen je richting geven over hoe je als ouder je kind kan ondersteunen bij de zoektocht naar zichzelf en een eventuele transitie. Deze informatie is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek en kennis uit de zorgpraktijk, en werd ontwikkeld in samenwerking met vzw Berdache, oudervereniging voor ouders met een gendervariant kind. Aangezien elk kind en elke situatie verschillend is, bestaan er geen pasklare antwoorden op alle vragen. Wel kunnen onderstaande antwoorden een gids zijn voor ouders die hun kind willen ondersteunen.

Heb je een vraag waar je het antwoord niet op terugvindt? Neem gerust contact op met het Transgender Infopunt. We vullen deze website regelmatig aan met nieuwe vragen van ouders.

Omgaan met gendervariantie

Wanneer je kind zich niet gedraagt of uit zoals je verwacht had op basis van diens geslacht, vraag je je misschien af hoe je hier het best op kan reageren. Ga je mee in de keuzes van je kind, of is het beter om dat niet te doen? Tolereer je dit gedrag, of kan je het beter verbieden?

Het is belangrijk om je kind te ondersteunen in dit gendervariant gedrag, en het niet te bestraffen of af te keuren. Het gedrag bestraffen kan er soms voor zorgen dat je kind er zich slecht over voelt en er begint onder te lijden, terwijl het zich eigenlijk gewoon zo wil uiten zonder dat het twijfelt over diens genderidentiteit. Je kind verbieden om gendervariant gedrag te vertonen kan het soms wel openlijk doen verdwijnen, maar het verlangen ernaar zal meestal aanwezig blijven. In de puberteit komt dat verlangen voor sommige kinderen terug sterk naar boven, wanneer het kind geconfronteerd wordt met een lichaam dat begint te evolueren in een richting die het absoluut niet wilt.

Als ouder kan je best geen probleem maken van het genderzoekende gedrag, maar zorgen voor een open klimaat waarin het genderthema kan worden besproken. Een belangrijke boodschap die je je kind kan meegeven is dat een jongen gerust geïnteresseerd kan zijn in meisjesdingen, maar daarom nog geen meisje hoeft te zijn, en omgekeerd. Maak je kind bewust van genderstereotiepen en geef aan dat er een grote diversiteit aan jongens en meisjes bestaat. Laat je kind zelf rustig uitzoeken welke kant het wil opgaan. Voor jou als ouder kan dit soms verwarrend of moeilijk zijn, maar het is belangrijk dat het kind kan experimenteren en uitzoeken wat het wil.

Meer lezen

  • De ouderbrochure voor ouders met een gendervariant kind bevat nog meer tips voor ouders per leeftijdscategorie waarin het kind zich bevindt.
  • Charlie artikel: een ouder getuigt hoe zij omging met het gendervariante gedrag van haar zoon
  • Meer info over genderbewust opvoeden op www.groeimee.be, de website van EXPOO en Kind en Gezin

Wanneer je merkt dat je kind genderzoekend is, zoek je als ouder misschien ook meer duidelijkheid. Een gesprek over gendervariantie kan voor ouders meer duidelijkheid scheppen, maar het is niet altijd eenvoudig om zo’n gesprek te starten.

Je kan open vragen stellen rond identiteit en seksualiteit om een gesprek te openen. Laat het aan je kind over of het met je wil praten of niet. Belangrijk is dat je communiceert dat er ruimte is om met jou over dit onderwerp te praten. Je kind is er misschien zelf nog niet uit: het is belangrijk dat je je kind de tijd geeft om dit zelf te bepalen, en het niet onder druk zet om een duidelijk antwoord te geven op je vragen. Dit kan voor jou als ouder heel onduidelijk aanvoelen, maar soms is geen antwoord ook oké, ook al komen er vanuit de omgeving vragen over.

Veel jongeren zijn bang om met hun ouders over gevoelens te praten. Ze zijn bang dat hun ouders hen zullen afwijzen, of dat ze hun ouders zullen teleurstellen. Creëer een open klimaat. Communiceer naar je kind dat het oké is dat het worstelt met identiteit of seksualiteit en dat het geen directe antwoorden moet geven. Bespreek gendervariantie als iets normaals: kinderen kunnen zus of zo zijn en dit is normaal.

Enkele tips

  • Ga eerst zelf op zoek naar informatie. Vermijd dat je kind het gevoel krijgt dat het jou alles moet uitleggen over het transgenderthema. Je kan als ouder met je vragen steeds terecht bij het Transgender Infopunt of Lumi via mail of telefoon. Je vindt ook een heleboel informatie op hun website. Bij het Transgender Infopunt kan je ook terecht voor een onthaalgesprek, hiervoor maak je best eerst een afspraak.
  • Ga mee in de zelfbenoeming van je kind. Plak zelf geen labels als je kind dat nog niet doet. Het is voor je kind soms ook nog niet duidelijk hoe het nu juist zit.
  • Ga niet uit van stappen waar je kind het zelf nog niet heeft over gehad, zoals hormoontherapie operaties. Een transitieproces is voor elke transgender persoon verschillend en zeer individueel.

Meer lezen

Ouders vragen zich soms af of ze moeten uitleggen aan anderen wat er aan de hand is met hun kind. Je hoeft niet direct iets te vertellen aan je omgeving: je kan ook dingen in het midden laten als je de gendervariantie of het transgenderthema niet wilt bespreken, bijvoorbeeld onder collega’s of op een familiefeest. Je kan bijvoorbeeld ‘mijn kind’ zeggen in plaats van ‘mijn dochter’ om over je kind te spreken, of het bij naam noemen.

Laat bij voorkeur je kind zelf anderen informeren over de transgender identiteit. Maak dit bij anderen enkel bekend als je kind hier akkoord mee gaat. Vermijd zo veel mogelijk om je kind zelf te outen naar de buitenwereld. Wanneer je kind hiervoor klaar is, kan je dit samen voorbereiden.

Meer lezen

Het is normaal dat je het als ouder soms moeilijk hebt met het gendervariant gedrag, de transgender identiteit of de transitie van je kind. Je mag je kind dat best vertellen, al blijft het belangrijk dat je kind zich gesteund voelt. Vertel dat je het nog wat moeilijk vindt en het allemaal wat tijd van je vraagt om hieraan te wennen, maar maak ook duidelijk dat dit niet betekent dat je je kind niet wil steunen. Het is belangrijk dat je kind zich niet schuldig voelt. Jij als ouder mag echter ook je tijd nemen om te wennen aan de situatie.

Het is wellicht niet altijd gemakkelijk  om je gevoelens of onzekerheden te delen met je kind. Toch kan het voor openheid zorgen en kan het voor je kind de deur op een kier zetten om ook naar jou toe te stappen om over de eigen onzekerheden en gedachten te praten.

Tijdens een transitie

Veel ouders vragen zich af vanaf wanneer een genderrolverandering kan worden doorgevoerd, waarbij de voornaam en aanspreking worden aangepast aan de genderidentiteit en het kind zich in de gewenste genderrol begint te presenteren. Het kindergenderteam van het UZ Gent raadt in het algemeen aan om niet te snel tot een volledige verandering over te gaan. Zij adviseren om tot aan de puberteit een neutraal uiterlijk te behouden, omdat de evolutie die het kind nog zal doormaken niet te voorspellen valt. Het geschikte moment verschilt echter van kind tot kind en van gezin tot gezin. Internationaal zijn zeker niet alle experts inzake gendervariantie bij kinderen het eens over de meest geschikte leeftijd om een rolverandering door te voeren. Als je kind er sterk onder lijdt om een neutraal uiterlijk te behouden, kan het wellicht beter zijn voor diens mentaal welzijn om al vroeger een rolverandering door te voeren. Praat er dus zeker over met je zorgverlener en zorg voor voldoende overleg met je kind.

Je hoeft deze rolverandering ook niet meteen in elke context door te voeren. Je kan eerst thuis, in een veilige omgeving, je kind van genderrol later veranderen, bijvoorbeeld tijdens de vakantie. Zo kunnen de gezinsleden al wennen aan de verandering. Daarna kan je dit langzaamaan uitbreiden naar andere contexten, zoals op school of bij familie. Dit kan je zorgverlener mee begeleiden.

Meer lezen

  • In de rubriek ‘hoe informeren’ op transgenderinfo.be lees je hoe je een genderrol verandering kan aanpakken in verschillende contexten.
  • Een wettelijke wijziging van de voornaam is in België mogelijk vanaf 12 jaar. De wijziging van de geslachtsregistratie is mogelijk vanaf 16 jaar (mits toestemming van de ouders). Lees er meer over op de TIP-website.

Wanneer je een ouder bent met een kind dat zich niet altijd gedraagt of uit zoals de maatschappij dat verwacht, merk je snel dat mensen hier soms een mening over hebben. Dit kan heel vervelend zijn, zeker omdat je als ouder misschien ook niet altijd goed weet of wat je doet nu goed is voor je kind. Het is voor ouders vaak moeilijk om steeds verantwoording af te moeten leggen voor de opvoedingskeuzes die ze maken.

Je kan niet voor iedereen goed doen. Er zullen altijd mensen zijn die kritiek hebben. Kritiek van kennissen valt misschien nog makkelijk naast je neer te leggen. Kritiek van familie of goede vrienden is voor veel ouders moeilijker. Je kan steeds doorverwijzen naar de informatie die reeds bestaat over gendervariantie en het transgenderthema. Het kan misschien helpen om de brochure die het Transgender Infopunt ontwikkelde voor ouders aan de grootouders mee te geven, of de website transgenderinfo.be door te sturen naar je zus. Bedenk ook dat mensen van een oudere generatie soms wat meer tijd of duiding nodig hebben.

Zowel een medische als een sociale transitie kunnen voor een jongere een hevige periode zijn: er vinden immers zowel voor de persoon zelf als voor de omgeving grote veranderingen plaats. Hou er rekening mee dat een transitie mentaal zwaar kan zijn voor de transgender jongere. Zowel de hormonen als andere lichamelijke veranderingen kunnen invloed hebben op de gemoedstoestand. Vraag gerust bij je kind na hoe het zich voelt.

De transitie van je kind kan voor het hele gezin een stressvolle periode zijn. Verlies daarom ook jezelf, je partner en de andere gezinsleden niet uit het oog. Zoek ondersteuning voor jezelf als je hier nood aan hebt. Je kan ook terecht bij de oudervereniging Berdache om lotgenoten te ontmoeten.

Meer lezen

Ook eventuele broers en zussen hebben het niet altijd makkelijk tijdens de transitie van je kind. Ook zij hebben tijd nodig om te wennen aan de situatie. Het is aangeraden om broers en zussen te betrekken bij de transitie van je kind, en de communicatie erover open te houden. Betrek alle kinderen bij beslissingen die worden genomen rond de transitie, en probeer een open sfeer te behouden, waarin alle kinderen steeds bij jou als ouder terecht kunnen met vragen of problemen. Soms kunnen broers en zussen zich benadeeld voelen of wegcijferen, omdat de transitie van het gendervariante kind veel aandacht vergt binnen het gezin. Verlies de andere gezinsleden dus niet uit het oog: het hoeft niet altijd over het transgender thema of het gendervariante kind te gaan.

Meer lezen

Ouders kunnen veel verschillende emoties ervaren wanneer hun kind anders wordt dan ze hadden verwacht, zoals verdriet, schaamte, angst en zelfs rouw. Vaak heeft de outing van het kind eerst een shockeffect op ouders, en treedt er gradueel meer aanvaarding op. Het komt vaak voor dat ouders niet (meteen) op dezelfde lijn zitten over gendervariantie. Sommige personen doen er langer over dan andere om de situatie te aanvaarden. Dit is normaal: geef de andere ouder de tijd die die nodig heeft. 

Probeer je partner of de andere ouder van het kind zo goed mogelijk te informeren en blijf communiceren met elkaar, ondanks jullie meningsverschillen. Probeer alternatieven aan te reiken: niet alle ouders zien het bijvoorbeeld zitten om naar een bijeenkomst van de oudervereniging te komen, maar misschien kan je de ouder wel overtuigen tot een gesprek met een medewerker van het Transgender Infopunt of een telefoontje met Lumi. Je kan de andere ouder informeren via de ouderbrochure ‘van rups tot vlinder’ of de website van het Transgender Infopunt.

Als je partner of de andere ouder van je kind de zorg rond de gendervariante gevoelens echt weigert, hoeft dit je niet te beletten om toch al stappen richting de zorg te zetten, indien je kind hier behoefte aan heeft. De psychologische begeleiding kan al opgestart worden, hoewel de psycholoog steeds zal proberen beide ouders te betrekken. Indien de andere ouder weigert om een medische behandeling, zoals hormoontherapie, op te starten, kan de eindbeslissing in bepaalde gevallen (rekening houdend met de leeftijdsgrenzen en andere voorwaarden die gekoppeld zijn aan de medische behandeling) aan het kind gegeven worden. Dit gebeurt enkel indien het multidisciplinair team oordeelt dat het kind voldoende onderscheidingsvermogen heeft om een zelfstandige beslissing te maken.

Het komt voor dat een kind waarbij al een rolomkering werd doorgevoerd zich later toch beter blijkt te voelen bij een genderidentiteit die meer overeenkomt met het geboortegeslacht. Het is belangrijk om deze optie open te houden en van bij het begin duidelijk te maken dat dit nog steeds mogelijk is. Het kan helpen om over gender te denken als een spectrum van mannelijk naar vrouwelijk: jongeren kunnen hierop verschuiven naarmate hun persoonlijke ontwikkeling vordert. Dit betekent niet dat de gendervariante fase vals of nutteloos was. De genderidentiteit hoeft niet vaststaand te zijn.

Het zal waarschijnlijk niet eenvoudig zijn om terug veranderingen door te voeren, maar indien je kind dit wenst is het belangrijk om het hierin te ondersteunen. Dit kan voor je omgeving misschien verwarrend zijn: niet iedereen zal begrijpen dat je kind toch anders evolueert dan aanvankelijk meegedeeld.

Meer lezen

Bij het kindergenderteam van het UZ Gent lopen de wachttijden momenteel snel op. Het is aangeraden om je kind zo snel mogelijk aan te melden. Je kan echter steeds hulp zoeken bij een psycholoog buiten het UZ Gent in afwachting van een afspraak bij het UZ Gent. Je kan hier vaak sneller terecht en een psycholoog in je buurt kan ook reeds aan de slag met het gendervraagstuk van je kind. Deze psycholoog kan al vooruitgang maken door de genderidentiteit te exploreren en zowel je kind als jou als ouder te ondersteunen.

Je vindt alle zorgverleners die met kinderen en jongeren werken op de zorgkaart van het Transgender Infopunt.

Snel naar…

Mijn kind begrijpen

Mijn kind steunen

Mijn kind en mentaal welzijn

Mijn kind denkt aan zelfmoord

Zorg voor mezelf